Vanaf Terschelling en ook de andere waddeneilanden kan je zo nu en dan het echte noorderlicht (aurora borealis) waarnemen.

Meestal zie je het dan laag boven de noordelijke horizon als een lichtzwakke rood- of groengekleurde boog.
Tijdens geomagnetische zonnestormen kan het noorderlicht echter ook behoorlijk fel worden en tot recht boven je hoofd zichtbaar worden.
Zo’n echte noorderlichtstorm komt echter hooguit enkele malen per tien jaar voor.
Elektrisch lichtverschijnsel
Noorderlicht (aurora borealis) ontstaat als elektrisch geladen zonnedeeltjes met de aardatmosfeer botsen.
Hoog in de dampkring (100 – 250 km) gaat de lucht dan gloeien en gekleurd licht uitstralen.
Het proces is vergelijkbaar met neonverlichting die gekleurd licht uitstraalt als er stroom op wordt gezet.
Rode boog
De meeste kans om noorderlicht te zien heb je in het voor- en najaar, in de periodes eind februari – half april en september – oktober.
Vanaf de Waddeneilanden is dan regelmatig een rood- of groengekleurde noorderlichtboog te zien boven de noordelijke horizon.
Een rode boog betekent dat je het noorderlicht ziet dat op dat moment ongeveer boven midden Scandinavie en IJsland hangt.
Groene boog
En bij een groene boog boven de noordelijke horizon is het noorderlicht al een stuk dichterbij.
Het bevindt zich dan meestal op een afstand van 600 – 1000 kilometer, boven Zuid-Noorwegen en de noordelijke Noordzee.
Deze situatie treedt een paar maal per jaar op, meestal tijdens een geomagnetische storm.
Vanuit die groene boog kunnen dan ook lichtzuilen omhoog gaan schijnen die op zoeklichten lijken.