Er zijn verschillende methodes om er achter te komen hoe donker de nachthemel op een bepaalde plaats is.
Een veelgebruikte methode is om te tellen hoeveel sterren je in een klein stukje van de hemel kan zien. Bijvoorbeeld hoeveel sterren je in het “pannetje” van de Grote Beer ziet als dat sterrenbeeld recht boven je hoofd staat.
Deze methode wordt gebruikt door gevorderde waarnemers die in groepsverband onderzoeken hoeveel vallende sterren (meteoren) er tijdens een nacht te zien zijn.
Een andere manier is om te kijken hoeveel lichtzwakke hemelverschijnselen waargenomen kunnen worden, zoals bijvoorbeeld het zodiakale licht, noorderlicht of de zwakkere delen van de Melkweg.
Met deze methodes weet je dat een plek wel donker is, maar nog niet hoe donker precies.
Ook kan je een foto van de nachthemel maken met een speciale lens die de hele hemel weergeeft (fisheye all sky opname) en daarna opmeten hoe donker het beeld is.
Dit is een methode die “objectief” is, dat wil zeggen: onafhankelijk van de kwaliteit van de ogen van de waarnemer en hoe lang deze al aan het donker zijn gewend.
Eigenlijk meet deze methode niet hoe donker het is maar hoeveel kunstmatig licht er op een bepaalde plek is.
Momenteel wordt volgens deze methode gemeten hoe donker een dertigtal plaatsen in Nederland zijn. De resultaten worden vergeleken met soortgelijk onderzoek over de hele wereld.
Het meten van de donkerte van de nachthemel kan ook electronisch gedaan worden met een Dark Sky Meter. Het voordeel daarvan is dat dit automatisch kan gebeuren waardoor gedurende langere tijd meetreeksen ontstaan.
Op Terschelling werd in 2015/2016 een reeks metingen verricht met een Dark Sky Meter die opgesteld stond bij de vogelwachtershut bij paal 22 op De Boschplaat.
De “donkerste” metingen hadden een waarde van 21,7 SQM en in sterrenkundetaal betekent dat het equivalent van één ster van magnitude 21,7 per vierkante boogseconde aan de hemel. En dat komt weer overeen met blote-oog grensmagnitude van 7,5 of een klasse twee indeling in de schaal van Bortle.
Omgerekend betekent dit dat je vanaf Terschelling op een goed heldere nacht zonder maanlicht ongeveer tienduizend sterren aan de hemel kan zien. Maar dan dien je wel goed uitgerust te zijn en je ogen minimaal een uur aan het donker hebben laten wennen.