Naarmate er meer bekend wordt over de gevolgen van licht in de nacht, wordt er ook steeds meer gedaan om de overlast van lichthinder voor mens en dier te beperken.
Zo wordt bijvoorbeeld op zee de verlichting van productieplatforms aangepast.

Lampen schijnen niet meer recht omhoog en de kleur van de verlichting wordt veranderd.
Van wit en rood licht zouden vogels in de war raken maar als het licht groen gekleurd is dan konden ze zich in testsituaties beter oriënteren.
Vermoedelijk komt dit doordat trekvogels een magnetisch kompas in hun kop hebben waarmee ze tijdens bewolkte nachten navigeren.
Rood en wit licht zouden het kompas ontregelen, groen licht niet.
Ook op het land wordt buitenverlichting aangepast.
In 1993 begon de Canadese stad Toronto te experimenteren met het doven van de buitenverlichting van wolkenkrabbers.
Men deed dat ’s avonds laat in de weken dat er grote zwermen trekvogels over de stad vlogen.
De vogelsterfte daalde daardoor zo sterk dat de Amerikaanse stad Chicago vanaf 2000 hetzelfde ging doen.
Op de Canarische eilanden Tenerife en La Palma werd ruim twintig jaar geleden de straatverlichting zo aangepast dat de op La Palma gelegen sterrenwachten er geen hinder meer van ondervonden.
Op La Palma zijn de gezamenlijke Europese sterrenwachten gevestigd, hoog op een oude vulkaan.
Dichter bij huis worden ook al resultaten geboekt.
In Frankrijk wordt vanaf 1 juli 2013 de verlichting van winkels en bedrijfsgebouwen na één uur ‘s nachts gedoofd en in kantoren gaat het licht uit nadat de laatste werknemer naar huis is gegaan.
In de Duitse hoofdstad Berlijn wordt sinds 2011 een grondig lichtplan uitgevoerd in de openbare ruimte om lichthinder en energieverspilling door verkeerde verlichting tegen te gaan.
Het zwaartepunt ligt bij de straatverlichting, deze wordt grotendeels vervangen door energiezuinige en meer effectieve exemplaren.
—> verder lezen: wat is goede huis- of straatverlichting ?